Bewoners ervaren daardoor een onaangenaam gevoel en de koude lucht verstoort de omgevingstemperatuur, waardoor de warmtepomp extra hard moet werken om de ruimte toch te verwarmen. De beoogde energiewinst gaat daarmee verloren.
Wil je het energieverbruik beperken met een warmtepomp, dan is aanvullend dus een balansventilatiesysteem (systeem D) nodig. De verse buitenlucht komt dan niet via raamroosters binnen, maar wordt vanaf een centraal punt (de WTW unit) aangezogen. Vervolgens vindt de lucht via de WTW unit en ventilatiekanalen de weg naar de leefruimtes.
Omdat de balansventilatie-unit is voorzien van een warmtewisselaar, wordt de verse lucht van buiten voorverwarmd en gaat deze direct mee in de luchtcirculatie. Mensen ervaren daardoor geen koude lucht of tocht meer. Ook zijn raamroosters niet meer nodig, waardoor er minder openingen in de gevel zijn en het dus eenvoudiger is om de ruimte op de gewenste temperatuur te houden. Kortom, het is vele malen efficiënter. Woningen worden energiezuiniger en het comfort verbetert.