Een ventilatiesysteem verdeelt lucht over de verschillende ruimtes van een woning. Het systeem voert frisse lucht aan (systemen B en D) en vervuilde lucht af (systemen C en D). Een afvoer steekt door de gebouwschil heen en heeft daardoor invloed op de isolatiewaarde en luchtdichtheid van de schil. Simon Hartjes, Technisch adviseur installatie bij Ubbink licht dit toe en beschrijft waar je rekening mee moet houden in je berekeningen.
Het is belangrijk om bij het ontwerp van een ventilatiesysteem ook naar de verbinding met buiten te kijken, alsmede in het kader van BENG-eisen. In de eerste plaats omdat bij balansventilatiesystemen lucht wordt aangevoerd. In de tweede plaats omdat het voor de afvoer van belang is dat je bij het ontwerp en de montage rekening houdt met duurzaamheidseisen die door regelgeving opgelegd worden. .
Voor nieuwbouwwoningen geldt tegenwoordig een Rc-waarde voor het dak van minimaal 6,3 m2K/W, maar bij nul-op-de-meterwoningen wordt vaak gerekend met Rc 8,0 m2K/W of 10 m2K/W. Om die hoge isolatiewaarden te bereiken zijn dikke pakketten isolatiemateriaal nodig en langere dakdoorvoeren.
Natuurlijk wil je de Rc-waarde niet tenietdoen. Voorkom daarom kieren, spleten en naden; werk met een luchtdicht dakdoorvoersysteem met passende luchtdichte dakdoorvoermanchetten. Hou bij de keuze voor de dakdoorvoer rekening met het debiet en de weerstand hiervan.
Bij systeem D is het tevens belangrijk dat je kiest voor een geïsoleerde luchttoevoer en- afvoer om condensvorming tegen te gaan.
De verdunningsfactor is een maat voor de kwaliteit van de toegevoerde lucht (NEN 1087). Bij een verdunningsfactor 0,01 komt niet meer dan 1% van de verontreinigde lucht in de verse lucht terecht.
De locaties van de toe- en afvoer dakdoorvoeren spelen een grote rol. Hou rekening met een minimale afstand tussen verschillende doorvoeren: de ontluchtingsleiding van het riool, de rookgasafvoer en de dakdoorvoer voor de ventilatie.
De verdunningsfactor wordt berekend aan de hand van de afstand tussen de uitmonding van een ventilatie- of rookgasafvoer en de inlaat van de ventilatietoevoervoorzieningen. De volgende eisen worden gesteld aan de verdunningsfactor:
Om de verdunningsfactor te berekenen zijn de volgende gegevens nodig:
De rekensom is als volgt:
Op de site van de Vereniging Bouw en Woningtoezicht staat een handige rekentool.
Door de warmteterugwinning (WTW) in de balansventilatie-units heeft de af te voeren lucht een relatief lage temperatuur. Door het temperatuurverschil tussen de binnen en buitenlucht treedt condensvorming op.
Om condensvorming en warmteverlies tegen te gaan, gebruik je geïsoleerde aanvoerleidingen en een geïsoleerde dakdoorvoer. Het belang van een geïsoleerd leidingsysteem wordt ook in de BENG-eisen onderkend. De isolatiewaarde van de leiding is onderdeel van de energieprestatieberekening.
Hoe duurzamer een woning, des te meer aandacht er moet zijn voor de ventilatie. Luchtdicht bouwen komt weliswaar de energierekening ten goede, maar juist dan is het zaak dat vervuilde lucht efficiënt wordt afgevoerd en er voldoende verse lucht toetreedt. Ook de route die lucht aflegt tussen de ventilatiebox en de buitenlucht bepaalt de kwaliteit van het ventilatiesysteem.
Lees meer
Isolatie, verwarming en ventilatie vormen de drie-eenheid die aan de basis staat van duurzame woningen. Vaak wordt het effect van de ventilatie op het energieverbruik over het hoofd gezien, terwijl deze grote invloed heeft. Maar ook een comfortabele en gezonde omgeving kan niet zonder een goed functionerend ventilatiesysteem.
Lees meer