Zijn afstudeeropdracht kan hij meteen bij Ubbink doen. Voor het maken van bochten voor het isolerende leidingsysteem van Ubbink moet nu een medewerker het materiaal van de ene in de andere machine doen. ‘Ik probeer iets slims te bedenken, waardoor die stap sneller gaat. De machine staat nu namelijk veel stil.’ Het is precies het werk, waarvan hij hoopt het in de toekomst nog meer te doen. ‘Dingen zelf uitzoeken en verbeteren in de praktijk is het mooiste dat er is.’
Hij snapt daarom niet dat veel studenten maar door blijven leren. ‘Het voordeel van deeltijd studeren is ook dat je ondertussen geld verdient en kan sparen. Ik kan nu een huis kopen, anders had ik pas aan het begin gestaan. En de theorie is leuk, maar hoe je dingen regelt in de praktijk leer je niet uit een boek.’
Noah en Merijn hebben dezelfde achtergrond als Martijn. Via een schoolopdracht en stage zijn zij bij Ubbink gekomen. ‘We moesten een project bedenken, waarbij je de co-bot kan inzetten. Dat is een robot die samenwerkt met mensen. Dat project hebben we bij Ubbink gedaan, omdat ze hier standaard één co-bot hadden. Dat was bij andere bedrijven niet zo. We konden hier dus onze gang gaan.’
Het project, een dozenvouw-machine, bleek niet te werken. ‘De theorie was leuk, maar in de praktijk werkte het niet.’ Toch was de interesse gewekt. Na de stage van Merijn sloeg Ubbink de twee jonge techneuten aan de haak. Inmiddels werken ze allebei nu tweeënhalf jaar voor het bedrijf. Ze werken veel met de 3D-printers, zijn betrokken bij grote projecten en krijgen de vrijheid om nieuwe dingen te ontwerpen.