Het idee voor kunststof dakramen begint met een beursbezoek van Wim Egbertzen, de toenmalige chef van de modellenmakerij van Ubbink. Hij ziet daar allerlei kunststofproducten en vraagt directeur Gijs Rijnberk of dat niets is voor dakramen.
Rijnberk, aanjager van innovaties binnen Ubbink destijds, krijgt bijval van president-commissaris Johan Keller. Keller, oprichter van Wavin, heeft dan al ervaring opgedaan met kunststof waterleidingen. Na een aantal vergaderingen begint het experiment met het maken van een matrijs. Met plastic uit de Staatsmijnen worden vervolgens de eerste kunststof dakramen gemaakt.
De betere arbeidsomstandigheden tijdens de productie, het lagere gewicht en de betere weersbestendigheid zorgen ervoor dat het een groot succes wordt. Het assortiment breidt zich snel uit en in twee jaar tijd stijgt de productie met veertig procent.