Nog dagelijks worden alle magazijnmedewerkers aan hem herinnerd door de Rinus Bosvelt passage, een tunneltje in het magazijn dat als eerbetoon naar Rinus is vernoemd. Marcel, Els en Marian bewaren, zoals velen binnen Ubbink, mooie herinneringen aan Rinus. ‘Iedereen mocht hem’, zegt Marian. ‘Hij was een stille, maar tegelijkertijd heel sociaal. Hij kon ook, voor de grap, brullen als een leeuw. Dan hoorde je hem door het hele magazijn.’
Marcel: ‘Vroeger kon je over een dijkje dat langs het water liep hier bij Ubbink komen. Een collega met een motor scheurde daar weleens naar beneden. Rinus had ook een crossmotor en dacht: dat kan ik ook.’ Terwijl hij zijn lach niet langer kan inhouden: ‘Plons, weg was-ie. Hij stond tot zijn oksels in het water. Er zat een Duitser aan de rand te vissen en die zei: Wasserkühlen? Haha. Uiteindelijk hebben we die gek er maar uitgehaald.’
Motoren zijn één van de hobby’s van Rinus. Vlak voor zijn dood koopt hij nog een Harley. Marian: ‘Daar heeft hij nauwelijks van kunnen genieten’. Ook golft hij graag en werkt hij in zijn vrije tijd in de tuin van het huis, dat hij samen met zijn zus en zwager heeft. Een volledig eigen huis en een gezin heeft Rinus nooit gehad. Het magazijn van Ubbink, dát is zijn woonkamer.
Zijn dood komt, ondanks al zijn gezondheidsklachten, toch onverwacht. Als hij vanwege benauwdheidsklachten wordt opgenomen in het ziekenhuis, gaat hij plotseling snel achteruit. Twee dagen later overlijdt hij. Een longfribose kost hem zijn leven.
Zijn dood heeft grote impact op iedereen bij Ubbink en in bijzonder op zijn collega’s in het magazijn. Nog altijd zijn de tranen dichtbij als de naam van Rinus valt.
Marian: ‘We missen hem nog iedere dag.’