Terwijl halverwege de negentiende eeuw de stad nog zes mosterdfabrieken had, speelt de Doesburgsche Mosterd- en Azijnfabriek aan de Boekholtstraat 22-26 nu een belangrijke rol in het imago van Doesburg als mosterdstad. Het is de enige overgebleven mosterdproducent en de kleinste van de vier Nederlandse fabrieken.
Tot grote opluchting van heel Doesburg is de Doesburgsche Mosterd- en Azijnfabriek (opgericht in 1806) onlangs behouden voor de stad. Rokus en Marian van Blokland, die veertig jaar lang al het werk in de fabriek en het museum deden en zo het bedrijf van de ouders van Marian voortzetten, waren lang op zoek naar een opvolger. Dat werd Timon Houwers, een twintiger uit de Achterhoek.
Sinds de verhuizing van de fabriek in 1974 naar het huidige pand in het historische hart van Doesburg is er nauwelijks iets veranderd. Als de mosterd met oude molenstenen is gemalen en in een potje is gezakt, wordt er met de hand een deksel op gedraaid. Het etiket wordt vervolgens met behanglijm op het glas geplakt. Zo heeft iedere pot Doesburgsche mosterd in de supermarkt een persoonlijke behandeling gehad.