13 september 2021

De mensen van Lijn 4

Zodra Laurentia Tuhehay de streken van Appie Kelderman en Jerry van Oosten beschrijft, verschijnt er een alleszeggende grijns op hun gezicht. “Als ik dan wat verder aan de lijn sta, kijken ze eerst heel goed hoe ik de pijp vastpak. Dan, kijken ze nog een keer heel goed. En dan, precies op de plek die ik niet kan zien en waar ik mijn handen plaats, smeren ze wat lijm.”

Verhaal-41-De-mensen-van-Lijn-4_1920x1280px

Appie lacht. “Moet kunnen, toch? Beetje ouwehoeren met elkaar.” Laurentia: “Of, als ik dozen van de band haal en opstapel, en ik lekker in de flow zit, doen ze er ineens een lege doos tussen. Die is dan zo veel lichter dan de rest dat-ie een heel stuk door de hal vliegt.” Weer schieten Appie en Jerry in de lach. “Is toch ook leuk”, zegt Laurentia. “Andersom gebeurt het ook vaak genoeg. Dat ik, of iemand anders, dit soort streken met Jerry en Appie uithaalt. Je moet met elkaar kunnen lachen. Elkaar in de maling kunnen nemen. Als dat al niet meer kan…”

Samen met Laurentia, David Mensert en Emelie Huntink vormen ze de vaste club van Lijn 4. Dat is één van de vier assemblagelijnen van Ubbink. Het principe daarvan is vrij eenvoudig: een hele rij palen staan in kettingvorm opgesteld. Daarop worden de producten van Ubbink in elkaar gezet en vervolgens verpakt. De ketting draait om de twintig seconden door (de zogeheten tacttijd). Zo worden er met vier á vijf medewerkers drie installatie- of bouwproducten per minuut gemaakt. “Als we ’s ochtends hier komen, weten we nog niet wat we moeten maken”, zegt Jerry. “Dat is elke keer weer een verrassing.”

Iedere lijn heeft zo zijn eigen specialiteit. Lijn 4 is voor de dakdoorvoeren. Afhankelijk van het product doet elke medewerker een bepaald aantal handelingen. Daarvoor hangen instructieafbeeldingen op iedere werkplek aan de lijn. “Maar als wij zien welk product het is, weten we precies wat we moeten doen”, zegt Jerry. Appie: “Als je dat na al die jaren nog niet weet... Maar als je nieuw bent, sta je natuurlijk best even te kijken hoe het moet.”

Jerry en Appie staan inmiddels ‘een joar of twintig’ jaar ‘aan de lijn’. Ze komen, zoals bijna alle medewerkers uit de regio Doesburg, en hebben een schat aan ervaring. Ze doen het werk met hun ogen dicht. Appie: “Als de tacttijd negentien in plaats van twintig seconden is, heb ik dat meteen door.”

Samen zijn ze goed voor wel meer dan tachtig jaar Ubbink. “Ik ben op mijn zestiende begonnen met werken. Zo ging dat vroeger. Als je geen zin had in school, moest je maar gaan werken van je ouders. Mijn kinderen hebben wel diploma’s, maar ik heb er nooit spijt van gehad hoor. Ik heb bij Ubbink van alles kunnen doen. Dakramen maken vond ik het mooiste werk. Als ik die jongens dat verderop zie doen, ben ik nog weleens jaloers. Jerry en ik hadden daar mooi ons eigen plekje.”

Laurentia: “Als ik die twee oudjes hier acht uur lang aan de lijn zie staan, dan kan ik daar alleen maar mijn petje voor afnemen. Als iemand nieuw is, zie je pas echt goed hoe makkelijk zij het doen. Dat komt natuurlijk door de ervaring.”

Laurentia is één van de runners van de assemblagelijnen. Jerry, Appie en alle andere medewerkers aan de lijn worden gevoed door de runners. Zij zorgen ervoor dat niemand zonder producten komt te zitten en de lijn blijft draaien. “Dit vind ik gewoon het leukste werk om te doen.” Ze werkt al meer dan vijfentwintig jaar bij Ubbink, heeft haar vriend leren kennen bij het bedrijf en heeft, zoals alle medewerkers van Ubbink, last heeft de daktik. Altijd en overal ziet ze Ubbink-producten.

Iedere lijn heeft zo zijn eigen specialiteit.

“Ik zal jou eens wat vertellen”, begint Laurentia. “Ik had lekker vakantie en wilde even helemaal niks meer met Ubbink te maken hebben. We hadden een huisje gehuurd aan de Belgische grens en omdat ik daar niet binnen mocht roken, had ik even onder een afdakje een sigaretje opgestoken. Wat denk je? Kijk ik zo tegen een 5G aan. Precies voor mijn neus. Toch niet geloven?”

De 5G, een rookgasdakdoorvoer, is één van de producten die aan lijn 4 worden gemaakt. Per dag zetten ze meer dan duizend producten in elkaar. Of ze weet waar ze ook voor bedoeld zijn? Laurentia: “Ja, ze gaan het dak op. Of een muur door. Maar vraag mij niet hoe, hoor. Ik weet precies hoe je ze in elkaar moet zetten, maar zodra ze in een doos zitten, houdt mijn kennis op.”

De oudjes, zoals Laurentia Appie en Jerry noemt, kunnen ook best weleens mopperen. De teneur is dan al snel dat vroeger alles beter was. Ze zijn eigenzinnig. En moeten zelf ook wel lachen om de vraag of ze een gebruiksaanwijzing hebben. Laurentia: “Het is maar hoe je ermee omgaat. Doen ze nukkig tegen mij, doe ik toch lekker nukkig terug. Inmiddels weten we precies wat we aan elkaar hebben.”

Wat ze wil zeggen: eigenlijk zijn het doodgoeie mannen, met het hart op de goede plek. “Ik heb nog nooit de drang gehad om weg te gaan. Ik ben een echte Ubbink-man. Toen wij hier kwamen was het nog een klein bedrijf. Heel gemoedelijk, iedereen kende elkaar. Zeker de afgelopen jaren hebben we het bedrijf enorm zien groeien”, zegt Jerry. Appie: “En nog altijd hebben we het naar ons zin.”

Weer tovert hij een veelzeggende grijns op zijn gezicht. Dat kan maar één ding betekenen. De volgende lijm- of lege dozen-grap kan nooit ver weg zijn.

Meer verhalen

Daktik

Daktik

Je ziet ze pas, als je besmet bent met het Ubbink-virus. Loop twee dagen rond bij het bedrijf en je hebt er geheid last van. Nooit meer zal je normaal naar een huis kunnen kijken.

Lees meer