BENG bevat strikte eisen, die zijn onderverdeeld in drie indicatoren: BENG 1, 2 en 3.
BENG 1 stelt een grens aan de hoeveelheid energie voor verwarming en koeling van een gebouw. Dat wordt berekend per vierkante meter gebruiksoppervlak, per jaar. Om hieraan te voldoen moeten gebouwen bijvoorbeeld compact, luchtdicht en goed geïsoleerd zijn.
BENG 2 bepaalt de hoeveelheid fossiele brandstof die een gebouw maximaal mag gebruiken voor verwarming, koeling, warm water en ventilering. Als een gebouw zelf duurzame energie opwerkt bijvoorbeeld door zonnepanelen kan dat worden afgetrokken van het totaal.
BENG 3 houdt in dat ieder gebouw minimaal een bepaald percentage van het totale energieverbruik moet duurzaam moet opwekken. Dit kan bijvoorbeeld door het installeren van zonnepanelen, een warmtepomp of een zonneboiler.
BENG is de afkorting voor Bijna Energieneutrale Gebouwen. Sinds 1 januari 2021 geldt voor alle nieuwbouw dat vergunningsaanvragen moeten voldoen aan de eisen voor Bijna Energieneutrale Gebouwen. Deze eisen komen voort uit het Energieakkoord en uit de Energy Performance of Buildings Directive (EPBD) van de Europese Unie. Het doel van BENG is om de CO2-uitstoot van gebouwen terug te dringen.
De energieadviseur controleert of constructies voldoen aan de BENG-eisen, en de kwaliteitsborger toetst de bouwkwaliteit aan de Wkb-eisen. De kwaliteitsborger houdt zich bezig met het algehele proces, en ziet erop toe dat de verwachtingen – zoals een veilig huis – worden waargemaakt. De energieadviseur is er als een soort extra check op een specifiek onderdeel dat in de bouw tegenwoordig heel belangrijk is: duurzaamheid. Dus de energieadviseur kijkt of de juiste systemen aanwezig zijn (zoals goede zonnepanelen en radiatoren), maar houdt zich niet bezig met de vraag of het ook goed werkt. Dat is de verantwoordelijkheid van de kwaliteitsborger.
BENG staat voor Bijna Energieneutrale Gebouwen. Vergunningsaanvragen voor nieuwbouw moeten vanaf 1 januari 2021 voldoen aan de eisen voor bijna energieneutrale gebouwen. BENG is onderverdeeld in drie indicatoren: BENG 1, 2 en 3.
BENG 1 stelt een grens aan de hoeveelheid energie voor verwarming en koeling van een gebouw.
BENG 2 bepaalt de hoeveelheid fossiele brandstof die een gebouw maximaal mag gebruiken voor verwarming, koeling, warm water en ventilering.
BENG 3 stelt dat elk gebouw minimaal een bepaald percentage van het totale energieverbruik duurzaam moet opwekken.